Utrecht - Kaatstraat - meelfabriek De Korenschoof - molen (De) Reus0000.0011

 

 Literatuur

 

- Perks, W.A.G., Zes eeuwen molens in Utrecht. Utrecht-Antwerpen, 1974. [293 blz. ISBN 90.274.8262.4]. Hierin "Het grote rad": blz. 237-246 (Hierin: In 1824 kwam er een windmolen bij. "In 1834 ontving het gemeentebestuur een mededeling, dat er een nieuwe Engelse vinding op hun windkorenmolen was geplaatst. Dit betrof een zelfkruier". De houtzaagmolen werd later met de bijbehorende houthandel verkocht aan Petrus Marinus en Jan Jongeneel. "Na de afschaffing van de accijns op het gemaal werd dadelijk een begin gemaakt met de inrichting van een meelfabriek. Dit bedrijf werd in 1856 verkocht aan de Maatschappij de Korenschoof. [...] In 1885 brandde de meelfabriek af, waarna herbouw plaatshad. Het grote rad heeft nog lang bestaan, het werd in het begin van onze eeuw, in 1906, definitief buiten werking gesteld en in 1937 afgebroken". In 1874 werd de houtzaagmolen, 'de Reus', toegewezen aan Petrus Marinus. "Het was een bovenkruier met drie zaagsleden. In 1879 werd de windmolen buiten werking gesteld en veranderd in een stoomzagerij. Deze ging ook verloren bij de brand van 1885).

- Utrecht in 1832. Grondgebruik en eigendom. Abstede, Catharijne, Lauwerecht, Tolsteeg, Utrecht, Zuilen. Deel in de serie 'Kadastrale atlas provincie Utrecht', nr 6. Utrecht (Werkgroep kadastrale atlas provincie Utrecht & Het Utrechts Archief), 2000. [380 blz. plus map met 52 kaarten. ISBN 90.75602.06.5]. Hierin "Gemeente Lauwerecht, sectie A, nr 284": blz. 165 en kaartblad 18 ("Houtzaagmolen en loots door water en wind", eigendom van Elis Floris Modderman en consorten, fabrikeur. Bezit hier diverse andere percelen, waaronder: sectie A, nr 275 ("Korenmolen en wolspinnerij door water"). De ligging van dit laatste is ten noorden van de Kaatstraat en daaraan grenzend. Sectie A, nr 284 moet ten oosten hiervan liggen - gezien de ligging van nr 283 en 285 - maar het nummer staat niet op de nagetekende kadasterkaart vermeld)